VOETBAL PASSING OEFENINGEN MET VEEL POSITIEWISSELS

 DIT IS OEFENING 2 VAN EEN REEKS VAN 5 

1. Materiaal

• Minimaal 14 spelers
• Aantal ballen
• 7 hoedjes
• 2 kegels

2. Organisatie

• Zet het materiaal op zoals aangegeven in de tekening.
• Zorg voor voldoende ruimte tussen de posities, afhankelijk van het niveau en de leeftijd van de spelers.

3. Omschrijving

Startfase:

1. Speler A speelt de bal in naar de vragende speler B.
2. Speler B neemt de bal mee en speelt deze in de loop van speler A.

Middenfase:

3. Speler A probeert de bal in één tijd door te spelen naar de vragende speler E.
4. Speler E speelt de bal, indien mogelijk in één tijd, door naar speler C.

Afsluitfase:

5. Speler C speelt een diepe bal naar speler D.
6. Speler D neemt de bal mee en speelt deze diep naar speler E.
7. Speler E, na een loopactie, vraagt de bal aan speler D en ontvangt deze.
8. Zodra speler E de bal heeft ontvangen, dribbelt hij terug naar groep A’.

Rotatieschema:

• Na elke actie roteren de spelers als volgt:
  A → B → C → D → E → A’
  Aan de andere zijde: A’ → B’ → C’ → D’ → E’ → A.

4. Coaching en Opmerkingen

Coaching:

• Techniek: Let op correcte balcontrole, nauwkeurige passing, en snelheid in uitvoering.
• Vooractie: Stimuleer spelers om actief de bal te vragen en richting de bal te bewegen.
• Tempo: Probeer het doorspelen van de bal in één tijd te bevorderen.
• Communicatie: Spelers moeten duidelijk communiceren en scherp blijven in hun acties.

Opmerkingen:

• De afmetingen van het veld kunnen worden aangepast aan het niveau en de leeftijd van de spelers.
• Indien er minder dan 14 spelers beschikbaar zijn, kan er een speler worden weggehaald van positie A en D zonder dat de oefening verloren gaat.
• Werk zowel links als rechtsom symmetrie in de training te behouden.